“Mama moet je
voelen”. Leander staat naast me met zijn vinger in zijn wijd open mond. “Hier,
hieronder”. Hij pakt mijn vinger en duwt hem op zijn ondertanden.
“Voel je
het?” Ik tast de rij tanden af. “Hij zit los hè, mam”. Ik voel nog eens goed en
warempel, midden onder wiebelt er inderdaad een tandje heen en weer.
“Net als bij
Sam”, zegt Leander. Sam zit bij Leander in de klas. Hij is een half jaar ouder
en heeft al een echt fietsenrekje. En daarmee heb je status in kleuterland.
Leander is dan ook berentrots op zijn eerste wiebeltand.
Hij wriemelt,
frunnikt, peurt en voelt de hele dag. Ieder uur moet ik de status van de
wiebeltand checken. Maar echt veel beweging zit er nog niet in.
Pas na drie
dagen gemolesteerd te zijn, hangt de tand nog aan één dun vezeltje.
En dat brengt
ons op de minstens zo interessante financiële kant ervan. Met het concept van
de tandenfee is Leander al bekend. De losse tand gaat voor het slapen gaan
onder het hoofdkussen en als je wakker wordt ligt er een centje. En Leander wil
niet riskeren zo’n kostbaar bezit te verliezen door het in te slikken. Dus ik
mag de wiebeltand er uit trekken. Heel dapper doet Leander zijn mond wagenwijd
open en ik trek hem er met één korte ruk uit. Daar is ie dan. Van alle kanten
wordt het ieniemini tandje bekeken. En uiteraard wordt het “gapende” gat in
zijn mond nauwgezet bestudeerd voor de spiegel.
Als het avond
is, stopt Leander de tand zorgvuldig onder zijn kussen. Maar zijn grote vraag
is: wat schuift zo’n tandje nou. Papa en mama hadden horen zeggen dat de
tandenfee er een euro voor over had. “Ja maar, dat is voor een gewone tand. Dit
is mijn allereerste tand die eruit gaat. Dat is echt wel twee euro waard,
hoor”. Ach ja, de tandenfee waardeert een beetje handelsgeest wel. Dus de
volgende ochtend ligt er niet alleen twee euro onder Leander’s hoofdkussen,
maar er staat ook een mooi doosje met de wiebeltand erin om te bewaren als
souvenir. Het doosje krijgt een ereplek op de plank met Leander’s schatten en
de twee euro verdwijnen in de spaarpot. Kassa!
Als ik later
op de dag door de gang loop, staat Leander in de spiegel te staren en hij
verzucht tegen mij: “Mam, ik hoop dat er een gouden tand voor terug komt”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten